Afgelopen weekend was de Indiaas-Britse chefkok Asma Khan in Nederland om de Johannes van Damprijs in ontvangst te nemen voor haar ‘buitengewone verdiensten voor de verspreiding van de kennis van de gastronomie’ (ik maakte deel uit van de jury).
Khan is eigenaar van het geweldige Indiase restaurant Darjeeling Express in Londen, waar alleen vrouwen in de keuken werken. Ze werd wereldberoemd na haar aflevering in Chef’s Table op Netflix.
Wat Asma Khan bijzonder maakt, is dat ze zich zowel in de keuken als daarbuiten inzet voor sociale rechtvaardigheid en tegen elke vorm van uitsluiting en achterstelling. En dat doet ze lekker uitgesproken.
Zo ook afgelopen vrijdag in de Amsterdamse Singelkerk, waar juryvoorzitter Louise Fresco haar de prijs uitreikte en ze door kookboekenauteurs Paulami Joshi en Lelani Lewis werd geïnterviewd.
Khan wees op de achterstelling van vrouwen, op racisme en seksisme, op het belang van erkenning van vrouwen, de kracht die vrouwen hebben om dingen te veranderen. Eten is politiek, zei ze terecht. Door eten te delen kun je je verhaal vertellen, afstanden verkleinen en verbinding zoeken.
En eten is een privilege, benadrukte ze. Hier stoppen mensen gedachteloos wat in hun mond, terwijl er op veel plekken op de wereld honger heerst. Chefs die hun medewerkers onderbetalen en slecht behandelen kregen er ook van langs.
Ze stal de harten van het publiek. Toch klonk na afloop her en der ‘activistisch’ uit wat monden. ‘Boos’, was een ander verwijt dat ik hoorde. Het ligt er maar net aan hoe je luistert. Ik hoorde geen boosheid, maar bevlogenheid. Zag geen woede, maar een vurig pleidooi voor een wereld waarin mensen gelijk zijn en vrouwen serieus worden genomen.
Het is makkelijk oordelen als je zelf nooit op je huidskleur, culturele achtergrond, geloof of sekse bent beoordeeld en uitgesloten. Mensen die tot ‘de norm’ behoren bagatelliseren verhalen over structureel racisme en seksisme, zonder te weten hoe het is om eerst een berg vooroordelen te moeten wegwerken om vooruit te komen. Om allerlei obstakels op de weg vinden, tien keer zo hard moeten werken en dan, ondanks een bewezen staat van dienst, gewantrouwd en onderschat blijven.
Sowieso is het vreemd dat activisme zo’n negatieve bijklank heeft. Zonder activisme was de slavernij nooit afgeschaft, bestond de raciale segregatie nog, zouden vrouwen geen stemrecht hebben en zouden we nog met breinaalden abortus plegen. Activisme is de motor voor verandering: de manier om onrecht vreedzaam te bestrijden. Politiek is trouwens ook activisme – maar dan vet betaald en met meel in de mond.
En daarnaast: waarom zou je niet boos mogen zijn? We hebben juist meer woede nodig over al het onrecht op de wereld, en méér activisten. Meer mensen als Asma Khan.
