Ga met je Maya-levenspad in je kracht staan of haal meer uit jezelf met de maankalender. Schattig, zulke ‘levenswijsheden’. Alles is energie, dat is wél zeker. Precies daarom loop ik, intuïtief, met wijde boog om dit soort praktijken heen. Bij mij geen altaar van klankschalen en wierook thuis. Als het op rituelen aankomt, heb je aan mij een slechte.
Ons huis in het statige Bergkwartier stelt alleen aan de buitenkant iets voor, van binnen is het oude meuk. De continue tocht lucht de boel vanzelf door, een raam openzetten is in feite niet nodig. “Je zou het huis eens energetisch moeten reinigen”, opperde vriendin Marleen, every inch een spiritueel wezen. ‘Hoe dan? “Nou met edelstenen en salie. “En dan voor honderd euro een of andere kwakzalver uitnodigen? Nee, dank je. ”
“Je kunt het gemakkelijk zelf doen, salie kost niks.” Nu, moet je weten, houd ik van salie. Dat gebruik ik voor saltimbocca, m’n favoriete Italiaanse gerecht. Of bij verse pasta met botersaus. Eten, of de gedachte eraan, maakt me altijd week. Ach, waarom niet? Als ik er salie bij nodig heb, zal het occulte gehalte vast niet zo hoog zijn.
Marleen stuurt me een dozijn minuscule steentjes (iets met rozenkwarts) op. “Leg die, per drie in een hoek van de vensterbanken”, stuurde ze in een bericht. Ik appte melig terug: ‘Is dit de heilige drie-eenheid?” Geen reactie. Binnen een week verdwijnt de helft in de stofzuigerzak. De rest tref ik later aan in een kistje op de kamer van Charlie. Sinds de kleine ekster kan staan pikt ze alles wat glinstert.
Ik mis enkel nog de salie. Daarvoor moet ik naar een spirituele winkel. Ik huiver, maar bij binnenkomst zie ik de gedroogde variant al liggen. Wat een ding: een bundel ter grootte van een kleine knuppel. De man achter de toonbank vraagt niet ‘kan ik je helpen?’, maar loopt op me af en spuit met een fles een nevel mijn kant op.
“Hey man, wat doe jij nou?”, vraag ik pissig. “Dit is een auraspray, die maak ik helemaal zelf.” Hij ziet aan m’n hoofd dat ik er niet van gediend ben, want hij gaat meteen op afstandelijke toon verder. “Goed mevrouw, waar kan ik u mee helpen?”
“Nou”, zeg ik, zwaar geïrriteerd: “Met twee stappen uit m’n aura gaan.” Daarna lach ik cynisch om m’n woordgrapje. “Doe mij die smudge-stick maar. Dat is gedroogde witte salie, toch?” Hij knikt met verkrampte glimlach.
Eenmaal thuis bel ik Marleen voor nadere instructies. “Aansteken, beginnen bij de voordeur en dan loop je langzaam door alle kamers van het huis. Luister: het is belangrijk dat je alle hoeken meeneemt. Als je klaar bent, zet je de ramen en balkondeuren op z’n minst een kwartier open.” Yes, denk ik. De meiden zijn naar school en ik ga een fikkie stoken! Opwinding.
In de gang steek ik de smudge-stick aan. Ik zwaai melig met wilde bewegingen, maar dat maakt dat de hens er in no time in vliegt. Ik raak in paniek en in plaats van rustig naar boven te lopen om de boel te doven, hoor ik Marleens woorden: je mag geen hoek vergeten.
Als de fik erin schiet, sprint ik hysterisch gillend met de fikkende fakkel de steile trap op. Ik wil het vuur in de keuken doven. Maar halverwege de trap ontaardt mijn vlucht in een soort Olympisch vuur-ritueel. Met de woorden van Marleen in m’n hoofd duik ik met steekvlam de wc in. Snel steek ik in alle hoeken. Als ik zelf nauwelijks ademen kan, smijt ik het gevaar in de gootsteen en plaats er een deksel op.
De penetrante geur is overal zichtbaar. De woonkamer heeft zich gevuld met blauwgrijze wolken en hoestend gooi ik de balkondeuren open. De kat rent naar buiten. Gek, volgens de overlevering zou een kat toch tegen kwade geesten of een saliewolk bestand moeten zijn?
Ik bel Marleen: “Jezus. Dat ding vatte meteen vlam, het leek op een gegeven moment wel een fakkel. Ik brandde zowat m’n vingers.” “Meid, heb je wel gedroogde salie gebruikt?” “Ja, natuurlijk. Ik heb zo’n stick gekocht.” Ineens begint ze keihard te lachen. “Heb je dan dat héle ding aangestoken?!” “Ja.”
“Haha, dat is een bundeling gedroogde salietakken, Maaike. Daar kun je wel een jaar mee doen. Je hoeft maar één takje te gebruiken voor het hele huis. En dat moet gloeien of smeulen. Het mag zeker niet fikken.”
“Zeg je nu! Ik doe dit nooit meer.” Marleen blijft in d’r lachstuip. “Joe, ik hang op. Ik heb namelijk maar de helft van het huis gedaan.” Met het miezerig restantje maak ik het, inmiddels trieste, ritueel af. Ik wil de slaapkamers per se doen. Dat zijn nu precies de plekken waar je een entiteit echt niet op bezoek wilt. Maar goed, wat weet ik er eigenlijk van?
Na een uur belt de buurvrouw of de voordeur misschien een tijd open heeft gestaan. ‘Nee, hoezo? “Of had je foute vrienden op bezoek?” “Pardon?”” Zo gek, ik ruik al de hele tijd een belachelijk sterke wietlucht’. “Ja sorry. Dat was geen wiet, maar salie”, antwoord ik. “Stel maar geen vragen meer.”
Als ik Charlie naar bed breng is de geur op de bovenverdieping, vergeleken met gang en woonkamer, al een stuk aangenamer. Tijdens het voorlezen vraagt Charlie ineens: “Mama, heb jij vandaag stiekem op mijn kamer gegeten?” “Nee, hoezo?” “M’n kussen ruikt naar saltimbocca.”
Journalist en auteur Maaike Olde Olthof (45) is gescheiden en heeft twee dochters. Never a dull moment’ in dit atypische huishouden. Deze maand laat ze Lenormand-kaarten leggen, haar aura fotograferen en gaat ze op bezoek bij iemand die handen leest.