‘Mag ik jouw regenjas lenen? Die Burberry?’ Ik ben ietwat ontdaan. De garderobe van mijn vriendin puilt uit, maar ze wil mijn oude regenjas lenen die ik ooit voor 100 euro in een vintagewinkel op de kop heb getikt. Geen stoere trenchcoat, maar een A-lijn met diepe zakken, model potloodventer.
‘Ik ga met Lo wandelen op de hei…’, legt ze uit. Aah, het kwartje valt.
Lo, afkorting van Lodewijk, is een Gooise kakbal. Verdwaald op Tinder en door mijn vriendin meegenomen. Hun eerste date was een borrel bij het Bonte Paard, een bekend café in Laren. Het klikte. In plaats van zich op vrijdagavond klem te drinken met cocktails, staat ze nu op borreltijd aan de droge witte wijn en prikken ze daarna een vorkje.
Zondag staat er een heidewandeling op het programma en als een kameleon stapt mijn mondaine vriendin in de rol van G.G.E.- Geschikte Gooise Echtgenote. Daar hoort een klassieke edoch nonchalante Burberry-jas bij. Of een Barbour, mag ook. Ik ken het uniform. Nu nog een labrador en een Volvo-stationcar (tegenwoordig mag een SUV ook) en voilà, het plaatje is compleet.
Het verbaast me altijd weer hoe vloeibaar vrouwen zijn qua aanpassen. Een andere vriendin was een verknochte vleeseter. Mijn veganisme? Hou toch op. Een kippenbout was veel te lekker. Totdat ze verliefd werd op een doorgewinterde veganist. ‘Oh ja, je hebt helemaal gelijk. Wat was ik een barbaar’, verzekert ze me nu. Geen leren schoenen meer en wol kriebelde toch al. Het enige dat niet in de verkoop ging, was haar Chanel-tas. Die staat ergens achter in de kast en af en toe haalt ze die weemoedig tevoorschijn.
In relaties is het meestal de vrouw die zich aanpast aan de smaak dan wel achtergrond van de man. Andersom zie je dat veel minder. Ik ken er precies één. Hij is met een Tunesische vrouw getrouwd die op haar beurt weer veel Turkse vriendinnen heeft. En zo gaat hij mee naar allerlei interculturele bruiloften en partijen. Geweldig vindt hij het. Hij danst met alle winden mee, Tunesisch, halay; hij mengt zich er naadloos tussen. Maar hij is een uitzondering.
Ik ken een mixed marriage Zuid-Amerikaanse vrouw, Nederlandse man. Het huis is ingericht in gedistingeerde beige tinten. Het enige van haar kleurrijke achtergrond is te zien in een schilderij van een mooie zonsondergang. Die arme vrouw trouwde een man die een Bretonse gehaktbal al te pittig vindt! Nu eet ze groente uit het water en laffe bloemkoolsaus. Maar als hij zegt dat ze zo heerlijk Hollands kan koken, begint ze te glimmen. Het is de liefde.
En neem zondagavond. Ongeacht achtergrond, smaak of cultuur, is bij de meeste mensen zondagavond sportavond. Voetbal is heilig. Voor de mannen. De meeste vrouwen schuiven liever met het toetje aan voor Grey’s Anatomy, maar ze laat hem. Wij begrijpen: Voetbal-Is-Heel-Erg-Belangrijk. Probeer een vent echter eens mee te krijgen naar Giselle of het Zwanenmeer, en dan ben je toch echt aangewezen op je vriendinnen of Gay Best Friend.
Eén keer heb ik een geliefde meegekregen. De relatie was nog jong en hij deed alles om mij te pleasen. Behalve zijn ogen openhouden gedurende de balletvoorstelling. Zachtjes ronkend zat hij naast me te knikkebollen. Dan is de lol er snel af.
Toch was er ook even een tijd dat ik voetbal heel belangrijk vond. Dat kwam omdat ik een romance had met een destijds bekende voetballer. Ik ontmoette hem bij wederzijdse vrienden en hij vroeg of ik van vis hield. Toen nog wel, dus: ja. Of hij me mocht uitnodigen voor een diner in het beste visrestaurant. Ja, natuurlijk. Hij pikte mij de volgende dag op, en of ik mijn paspoort kon meenemen.
Ik dacht we gaan naar Knokke gingen of ergens aan de Franse grens, maar niks daarvan. We gingen richting Schiphol alwaar een privéjet op ons wachtte. En zo zat ik een paar uur later in Kopenhagen aan een zeebaars. Plotseling zat ik zondagen achter elkaar op de tribune en riep fanatiek dat het toch echt buitenspel was. Terwijl ik niet eens wist dat een corner hetzelfde was als een hoekschop en een penalty gelijk aan een strafschop. Toen de romance over was, was mijn belangstelling voor voetbal ook over. Ik pas me snel aan, en net zo snel weer uit.
Ik kan mijn vriendin die zo graag mijn Burberry wil lenen dus niets verwijten, want ik ben geen haar beter. Toen ik met de (toen nog toekomstige) vader van mijn kind naar Marokko vertrok, liep ik daar in no time in een jellaba. De Marokkaanse keuken heeft geen geheimen voor me en mijn interieur is nog steeds doorspekt van Marokkaanse invloeden. Maar dat heeft nu niks meer met hem te maken.
Op een gegeven moment heb ik me voorgenomen volledig mezelf te blijven. Hou je van voetbal? Prima, ik niet. Eet je vlees? Doe dat met je vrienden of familie, ik maak het niet. Dat is me tot nu toe redelijk gelukt. Maar overnemen van een deel van de man sluipt erin. Sinds Mehmet in beeld is, ben ik dol op baklava – ik heb zelfs de vegan versie gevonden – en zeg ik geen oké meer, maar tammam. Mijn vriendinnen ook, want het is ook nog besmettelijk. We begroeten elkaar met günaydın (goedemorgen) of nasılsın (hoe gaat het).
Ik zie dat eigenlijk als iets positiefs. Wij vrouwen zijn toch heerlijke, vloeibare en veelzijdige wezens die zich aan elke situatie kunnen aanpassen. Alsof er nooit iets anders is geweest. Alles voor de liefde.
