Ik zie heel wat getinder om me heen, maar helaas zie je maar weinig duurzaam geluk in de Tindertombola. Zo heel af en toe vind je er een pareltje, zoals een vriendin die inmiddels al een paar jaar samenwoont met haar match.
Een andere vriendin trok de Tinderhoofdprijs en is met hem een heel nieuw leven in Parijs begonnen; hun match op Tinder bleek een match made in heaven.
En Mehmet, ook een pareltje dat je niet zo vaak tegenkomt aan de digitale Tindertoog. Het is weer ‘aan’. Maar parel of niet, ik houd letterlijk mijn hart vast. Deze keer krijgt hij het niet zo makkelijk. Ik stort me niet meer in een onvoorwaardelijk verliefdheid.
Zo heb ik me tenminste voorgenomen. Ik blijf ook op Tinder. Je hebt zo’n mooie Engelse uitdrukking: Don’t let a boyfriend keep you from finding a husband. Dat neem ik me voor. Ik heb alleen een makke: mijn hoofd is klein behuisd. Zit er iemand in, dan is er geen ruimte voor iemand anders.
Bij vriendin L. ligt dit momenteel even anders. Twee jaar geleden had ze de moed bijna opgegeven qua tinderen. ‘Het is allemaal the bottom of the barrel’, verzuchtte ze. Maar net toen ze de app wilde verwijderen, kreeg ze een heel leuk bericht van ene Matteus. Ze gaf daten nog een laatste kans.
In het echt bleek hij nog leuker dan op zijn foto’s. Hij rook lekker, zoende lekker en zag er lekker uit. Bingo. Een maand of vier geleden besloten ze samen te gaan wonen. In haar huis. Hij is ongelooflijk lief, haar rots in de branding, de veilig haven en ook nog een handige klusser. Toch mooi meegenomen als je alleen woont en er wat achterstallig onderhoud ligt. En als je voornamelijk op fuckboys valt – zoals L. – is een stabiele, liefdevolle man zoals Matteus een ongekend fenomeen. Eén nadeel: hij is erg vanille. ‘Nee, geen saus erover’, klaagt L. ‘Hij trekt tijdens sex niet eens aan mijn haar! En dat is toch wel de bare minimum!’
Ik knik beamend.
En zo kwam er ruimte voor Javier. Een Portugees die zich op een kroegavond bij ons gezelschap voegde. Een vriend van een vriend.
Er werd app-contact gehouden tussen mijn vriendin en Javier, in het geniep uiteraard, en L. deed niets anders dan over hem zwijmelen. Ik zag de verliefdheid groeien.
Ze belt af en aan voor advies of ze hem wel of niet moet appen, wat haar tekst moet zijn om vervolgens mijn wijze raad volledig in de wind te slaan. Nu wil ze met me lunchen. Het is dringend. Er moet iets belangrijks besproken worden. Het zal ongetwijfeld over Javier gaan, want hij is momenteel topic nummer een.
L. zit al in ons vaste tentje op me te wachten. Nee, er komt niemand verder, alleen wij met z’n tweeën. Het ligt namelijk allemaal gevoelig. Nog voor de avocadotoast is geserveerd, zegt ze verhit: ‘Ik móét het gewoon met hem doen! Ik moet weten of ik echt verliefd op hem ben of dat het alleen geiligheid is.’ Over Matteus rept ze even met geen woord. Dat is te confronterend in deze nog oriënterende fase.
‘Wat denk je te vinden?’, vraag ik haar. ‘Waarom laat je dit toe? Ik denk dat je jezelf dat eerst moet afvragen. Is het de spanning van iets nieuws of mis je werkelijk iets thuis? En stel dat je weggaat bij Matteus, zou je hem missen of juist opgelucht zijn? Besef je dat het gras maar tijdelijk groener is aan de andere kant?’ Mijn vragenvuur verwart L.. En eigenlijk zit ze daar ook helemaal niet op te wachten. Ze wil een weekend weg en ik moet als alibi dienen.
Op zich begrijp ik dat je verliefd kunt worden tijdens je relatie. Dat is op zich geen red flag. Het kan uitstekend werken op je humeur en onderzoek wijst zelfs uit dat wanneer je verliefd wordt op een ander, het verlangen naar je eigen partner kan toenemen. Dat wordt ‘emotionele overdracht’ genoemd.
Toen ik samenwoonde werd ik verliefd op een clubgenoot van de manege. Hij kon ook heel goed rijden, mijn Ridder Graniet. Wat was het een feest om elke week naar les te gaan. De paarden na de les afzadelen en op stal zetten was een zinderend event. Ridder Graniet hielp mij trouw omdat ik een bange poeperd ben. De sfeer was dan broeierig met het dampende paard, het stro op de grond en wij zo dicht tegen elkaar aan in de beperkte ruimte. Hij voelde hetzelfde, maar was ook gebonden. We hebben ook nooit gevolg gegeven aan onze crush. Adoratie op afstand kan net zo leuk zijn.
Voor L. ligt het anders. Dag en nacht appen, uren aan de telefoon. Nu wordt er een weekend Maastricht gepland, zogenaamd met mij. Terwijl ik gewoon thuis voor de zoveelste keer Pretty Woman kijk, hangt zij in de kroonluchters bij Van der Valk. Samen met Javier.
Op de terugweg komt ze eerst bij mij langs. Het is alles wat ze had gehoopt, vertelt ze met rode blossen op haar wangen. Ze heeft ‘The Glow’ die je hebt na goede sex.
Helaas, in de dagen erna blijkt Javiers’ enthousiasme duidelijk afgenomen. Na al die weken hofmakerij, is hij ineens niet toe aan een vaste relatie en blabla. Oftewel, het is gewoon fuckboy nummer zoveel op de lijst.
De optelsom is echter evident. ‘Ik moet er met Matteus over praten’, beseft L.. ‘Ik weet niet of ik nog wel verder kan als dit mij kan gebeuren. Want ik kan zo weer een Javier tegenkomen. Er is ruimte voor. En dat is niet mijn idee van een relatie en ook niet eerlijk naar Matteus toe.’
Ik vind dit een duivels dilemma. Het kan dat je relatie zoiets essentieels mist dat je inderdaad moet overwegen om op te stappen, of in ieder geval het onderwerp bespreekbaar moet maken met je partner. Maar het kan ook zijn dat je door zo’n avontuur het thuisfront juist meer gaat waarderen. Ik weet niet wanneer en óf je het moet zeggen.
Er staat een vakantie gepland met Matteus en nog twee stellen. Met zijn zessen naar Ibiza. Ik adviseer haar dat eerst te doen voor ze rigoureuze stappen neemt.
En wie weet smaakt tijdens de vakantie vanille weer erg lekker en is er altijd nog de mogelijkheid om er zelf wat saus overheen te gieten.
