Ik ging eigenlijk voorlopig niks meer schrijven over de dood. Na twee columns over mijn overleden vader en eentje over de zelfmoord van mijn moeder was het wel even klaar, dacht ik zo. Mensen willen ook wel eens iets vrolijks lezen.
Het is ook moeilijk om te schrijven over de dood, je vervalt al snel in clichés, als je überhaupt de woorden weet te vinden. Sinds mijn vader was ‘ik weet niet goed wat ik moet zeggen’ in ieder geval de zin die ik het meest hoorde. Maar toen stierf Ruud en moest het toch.
Lieve, grappige Ruud. Trotse katttenvader, pas 29 jaar oud en bijna altijd positief, hoewel-ie genoeg had om over te klagen. Want Ruud was ziek, huidkanker, en hoewel het er een tijdje op leek dat hij was genezen, kwam de kanker elke keer weer terug. En toen ging hij dood. Ik huilde toen ik het hoorde, dat zegt misschien net zo goed iets over mij als over wie hij was.
Want ik kende Ruud eigenlijk niet eens persoonlijk, en tegelijkertijd ook weer wel. We spraken elkaar regelmatig op Twitter. Voor wie niet op Twitter zit, is het vaak moeilijk voor te stellen dar je gehecht kunt raken aan mensen die je nooit in levende levende hebt gezien, maar met wie je enkel praat via een computerscherm. Toch kun je iemand verdomd goed leren kennen via 280 tekens of minder.
Ruud met champagne, toen hij met z’n vriend een huis kocht. Ruud met zijn twee katten, belachelijk knappe beesten, raskatten met grote poppenogen en platte oortjes. Ruud met corona en bang vanwege de uitzaaiingen in zijn longen. Een dolblije Ruud toen hij z’n prik kreeg. Ruud op Ibiza, want ze konden nu eindelijk weer op vakantie.
Soms praatten we privé. Hij vertelde over het boek dat hij was gaan schrijven toen hij schoon was verklaard – en dus voordat hij wist dat de kanker weer zou terugkomen. Ik stuurde hem eens per ongeluk een foto van een Oreo-cheesecake die ik had gebakken. Hij zei dat hij ook wel een stukje had gelust. ‘Ik kom er wel een keer eentje brengen’, schreef ik terug, maar dat is er niet meer van gekomen.
De laatste tijd ging het minder met Ruud. Hij had veel pijn en belandde voor de zoveelste keer in het ziekenhuis. Zijn zus plaatste een oproepje op Twitter, of iemand per direct een thuiszorghulp wist om hem overdag en ’s nachts te verzorgen, zodat hij weer naar huis kon. Dat lukte.
Vorige week zag ik hem voor het laatst op Twitter. Er was als verrassing een actie voor hem opgezet, via privéberichten was aan zo veel mogelijk mensen gevraagd om half 8 ’s avonds een tweet voor Ruud online te zetten met de hashtag #ziekveelliefdevoorruud – een verwijzing naar zijn boek, Ziek Gelukkig, dat 17 oktober eindelijk zou verschijnen.
De verrassing lukte. Ruud werd trending topic, zijn zus Sanne – ook actief op Twitter – liet weten dat hij niet zo goed kon typen, maar dat hij er heel emotioneel over was.
Later stuurde hij zelf ook nog een tweet. ‘De tranen blijven maar komen. Wat zijn jullie geweldig lief.’
En toen ging hij dus dood. Een paar dagen later, in de nacht van zaterdag op zondag, zijn familie en geliefde waren erbij. Vlak nadat het bericht zondagochtend op Twitter verscheen, waren de woorden ‘Ruud’, ‘Sanne’ en ‘gecondoleerd’ trending. De tranen bleven maar komen. Want wat was Ruud ontzettend lief.
Rianne Meijer is tekstredacteur bij LINDA., heeft een tweeling van een jaar, een Twitter-account en regelmatig last van een mening.
