Het was ogenschijnlijk maar een onbelangrijke vraag, nauwelijks de moeite waard. Niemand viel erover. Nou, ik wel. Meer dan. Terwijl tijdens de voorlaatste persconferentie de focus lag op verlengde maatregelen, vervroegde kerstvakantie, dreiging van een lockdown – inmiddels werkelijkheid – was die ene gestelde vraag genoeg om me die nacht wakker te houden. Of eerder; het antwoord van Rutte daarop.
Helemaal achteraan de rij, in de laatste paar minuten van de persconferentie, de vraag van een journalist aan Rutte of het nieuwe kabinet de coronakoers van het huidige demissionaire kabinet niet zou terugdraaien of terugtrekken. Kon Rutte die zorg wegnemen?
Rutte probeerde gerust te stellen, maar het antwoord was dat allesbehalve. Er werd iets gebrabbeld over een estafettestokje dat hardlopend zou worden doorgegeven aan het volgende kabinet. Dat uit het afgelopen jaar bleek dat, als het gaat om zo’n grote crisis als de coronacrisis, de partijen uitstekend in staat bleken eensgezind te werken. Dat met zó iets groots iedereen in Den Haag het belang snapt van geen ruzie maken. Het nieuwe kabinet zou, wat modulaties daargelaten, op zoiets belangrijks geen politiek bedrijven. Het spel wordt thuisgelaten en alle mankrachten bijgezet om er samen uit te komen. En dat konden ze ook, en zouden ze blijven doen. Daar konden we als burgers van op aan.
Ik viel zowat van mijn stoel. Want op zaken als klimaat, woningnood, migrantenbeleid kan het politieke spel wel losgelaten worden? Zijn die zaken niet belangrijk of urgent genoeg om net zo’n garantie op een konkelvrij beleid te krijgen? Voor vluchtelingen, oorlogsslachtoffers, gevolgen van de rijzende zeespiegel, huisvestingsproblemen, is de noodzaak blijkbaar minder groot om te zeggen: ‘Laten we kappen met het gekonkel en eensgezind de boel oplossen’.
Ja, met corona hebben we een mondiaal probleem, er blijkt geen weg terug, we kunnen niet terugvallen op een plan B. Tegen het einde van mijn studie psychologie kreeg ik de paniek dat mijn droom om toneelspeelster te worden nooit uit zou komen. Ik meldde me aan voor de audities. Na een lange en intense selectieprocedure, waarin je binnenstebuiten wordt gekeerd, werd ik aangenomen. Met mijn tot dusver uitstekende resultaten op de universiteit beloofde mijn hoogleraar dat de academische wereld voor me open lag. Ik vroeg een jaar uitstel van de toneelschool, zodat ik mijn master eerst kon afmaken. Het antwoord was duidelijk: in de kunsten heb je geen plan B. Dan ga je het nooit halen. Je komt nu, of nooit.
Met corona geen plan B, dus we moeten wel aan de bak, het uiterste uit onszelf halen. Het vechten voor een betere wereld in Den Haag wordt net zo goed vertroebeld door gekonkel, egotripperij, persoonlijke gestelde ambities boven het collectieve belang, de show en machtsverwerving. Ze kunnen het wel; zich eenstemmig inzetten voor het grotere belang, maar niet voor crisissen die ogenschijnlijk niet urgent genoeg zijn. Dat is, in mijn ogen, de allergrootste crisis waar we mee kampen.
