Gisteren was het twintig april of, voor de mensen die zich met enige regelmaat in hogere sferen begeven: 4/20, de dag dat cannabisgebruik gevierd wordt.
Ook ik was niet zo lang geleden een tijd lang ‘girl stoner’. Blowen deed ik een paar keer per week, vanwege slaapproblemen en stress.
Tot twee jaar geleden was ik slechts een gelegenheidsgebruiker. Zo iemand die eens in de zoveel tijd drie hijsen nam als er op een gezellige avond werd geopperd om te blowen. Recreatief. Na een paar minuten kon je me al opvegen en ondanks dat ik zo stoned als een garnaal werd, was ik niet onder de indruk van cannabis. Vond het vooral een vervelend gevoel wanneer mijn benen weer eens als spaghettislierten aanvoelden of ik niet kon ophouden met beseffen hoe handig een pen is.
Toen ik na een lange relatie single werd, weer alleen ging wonen en dat gepaard ging met veel adrenaline en slapeloosheid, merkte ik dat ik behoefte had aan iets dat de scherpe randjes eraf haalde. Helemaal nuchter door een kutperiode gaan is onnodige zelfkastijding als je het mij vraagt. Alcohol was niet de tijdelijke oplossing, want structurele katers (die ik nu alsnog heb) trokken me niet, maar van cannabis hang je de volgende dag niet kotsend boven de wc. Perfect.
Een van mijn beste vriendinnen is een fervent blower en dus kon ik regelmatig wat trekjes van haar hashjoint nemen. Nu is het zo dat je ook bij blowen een tolerantielevel moet opbouwen. Als je zelden blowt en je inhaleert binnen no-time een hele joint, dan kan je erop rekenen dat je de vruchten niet plukt. Wie niet drinkt, adt ook geen hele fles vodka.
Binnen de kortste keren rookte ik binnen tien minuten een hele voorgedraaide White Widow en kon ik kush, haze, polm en weet ik het van elkaar onderscheiden door eraan te ruiken. Niet geheel onbelangrijk; ik wist precies welk soort hash of wiet voor- en nadelen voor me opleverden. Niet alleen moet je een tolerantie opbouwen als je ‘rookt’, het is ook goed om te weten wat voor jouw brein werkt. Als ik in die periode niet blowde sliep ik gemiddeld 4 à 5 uur per nacht, blowde ik wel, dan gleed ik als vanouds 8 á 9 uur knock out in een zalige R.E.M.-slaap.
Er is natuurlijk wat te zeggen voor softdrugsgebruik. Ondanks dat allerlei verschillende mensen – van advocaten tot scholieren en huismoeders – de shop in- en uitlopen, zijn er mensen die er afhankelijk van raken. Je wordt er sowieso niet bijster productief van en langdurig en intensief gebruik kan zeer nadelige effecten met zich meebrengen. Daar was ik zelf ook af en toe bang voor. Nadat ik op een avond zesenvijftig keer hetzelfde nummer achter elkaar had geluisterd en ik op een avond al een half uur thuis was, terwijl ik dacht dat ik nog bij mijn beste vriendin op de bank zat, besloot ik dat het wel welletjes was zo. Mijn slaappatroon was inmiddels gelukkig weer normaal en sporten hielp tegen de stress.
Tegenwoordig ben ik gewoon weer gelegenheidsgebruiker, al dan niet een goed geïnformeerde.
