‘Gefeliciteerd met je diploma! En nu?’ Glenna (26) heeft na het afstuderen geen idee. Solliciteren valt vies tegen en de band met haar vrienden verandert.
“Je weet wel wie je bent als student. Maar zonder studie of baan? Ik had even geen idee meer.”
Fulltime student
Tijdens haar studie had Glenna altijd een concreet doel voor ogen. “Bepaalde vakken halen, mijn scriptie afronden, mijn master binnenslepen. Ik begon op het vmbo-t, werkte me op naar de universiteit en haalde uiteindelijk mijn master Politics, Organizations and Learning Histories. Afstuderen voelde als dé grote mijlpaal. Met wat ik daarna zou doen was ik niet bezig.
Achteraf had ik dat misschien wel moeten doen. Tegelijkertijd vond ik mijn studie al best pittig op zichzelf. Na colleges was ik urenlang mijn scriptie aan het schrijven en ik had daarnaast een bijbaan waar ik 24 uur per week werkte. Dan is je week snel gevuld. Tijd voor vrijwilligerswerk, een stage of een netwerkborrel had ik niet.”
Eerste maanden na afstuderen
In dezelfde maand dat Glenna afstudeert, loopt ook haar tijdelijke contract bij haar bijbaan af. “Daardoor had ik opeens geen studie én geen baan meer. Dat was iets wat ik had onderschat. Ik dacht van tevoren dat het wel goed zou komen met solliciteren en dat daarna mijn volwassen leven zou beginnen. Dat was alleen niet het geval.
Twee maanden lang zat ik thuis door vacatures te scrollen. Ik solliciteerde volop, maar kreeg overal dezelfde reactie: ‘We hebben gekozen voor een andere kandidaat met meer ervaring’. Soms zag ik dat er negenhonderd andere reacties waren. Hoe moet je daar tussenkomen?”
Vergelijken met anderen
“In mijn omgeving zag ik mensen die tijdens hun studie al stages hadden gelopen en connecties hadden opgebouwd. Zij stapten zo een baan in. Ik had naast mijn studie alleen gewerkt om rond te komen, waardoor mijn netwerk vooral bestond uit bijbaan-collega’s. Op LinkedIn zag ik berichten van oud-studiegenoten die begonnen bij toonaangevende organisaties en naar Brussel verhuisden. Dan dacht ik: hoe dóén jullie dat?
Ik voelde me overweldigd doordat het bij iedereen soepeler leek te gaan dan bij mij. Als ik het erover had met mensen, zei iedereen: ‘Het komt wel goed’. Maar niemand zat in dezelfde situatie. Daardoor voelde ik druk vanuit mijn omgeving, maar vooral vanuit mezelf. Mijn vriend probeerde me te helpen en stuurde enthousiast vacatures door. Maar dat gaf me gek genoeg ook spanning. Ik wilde bijdragen aan ons leven samen, financieel onafhankelijk zijn. In plaats daarvan voelde ik me een meelifter die zelf geen baan kon vinden.”
“In je studententijd identificeer je jezelf met je studie: ik ben Glenna, ik ben 26 en ik studeer dit. Als dat laatste ineens wegvalt en je hebt nog niks nieuws om het mee te vullen, voelt het alsof je identiteit weg is. Ik noem het vaak grappend een identiteitscrisis, maar dat was het wel een beetje. Ik wist gewoon niet meer wie ik was zonder het label ‘student’.
Ik merkte ook aan mijn vriendschappen dat alles veranderde. Als student zie je je vrienden dagelijks, tijdens colleges, borrels of tussen de lessen door. Je hele sociale leven is ingebed in dat ritme. Na mijn afstuderen viel dat rooster weg. Natuurlijk blijven je goede vrienden in je leven, maar het is anders. Je moet zelf afspraken maken en iedereen heeft een druk werkschema. Het voelde alsof ik moest rouwen om het einde van mijn studentenleven, hoe gek dat ook klinkt.”
“Na twee maanden thuis ben ik weer gaan werken bij opticien Ace & Tate. Tijdens mijn studie heb ik daar jaren gewerkt en een van mijn beste vrienden, die daar storemanager is, stelde voor dat ik terugkwam. Nu werk ik daar als assistent-manager, met een team dat aanvoelt als vriendengroep.
Die keuze voelde eerst als een stap terug – het was immers mijn studentenbaan – maar het gaf me zóveel rust. Ik had weer een doel, fijne collega’s en inkomen. Het was precies wat ik nodig had. Een fijne uitvalsbasis van waaruit ik rustig voor mezelf kan bedenken wat ik hierna wil doen.”
Fijn om geen vast pad te hebben
“Door hier te werken, besefte ik: ik hoef niemand iets te bewijzen. Niet aan mijn ouders, niet aan mijn vriend, niet aan vrienden. Het mag even rustig zijn. Natuurlijk kijk ik rond voor banen die bij mijn studie passen, maar het voelt niet meer als een hopeloze race. Het is niet meer ‘ik moet nú iets vinden’, maar meer ‘ik zie wel wat er op mijn pad komt’.
Vergelijken met anderen doe ik nog steeds weleens – ik denk dat dat menselijk is. Maar ik heb geleerd dat het weinig zin heeft. Iedereen heeft een ander pad. En ja, sommige vrienden zitten nu bij grote bedrijven of wonen in het buitenland. Maar ik weet dat ik zelf ook nog stappen ga zetten – alleen op mijn eigen tijd.
Ergens vind ik het een heel fijn idee dat ik nu de tijd neem om te ontdekken wat ik hierna wil doen. Het kan juist goed zijn om geen vast pad te hebben. Je hoeft in je twintiger jaren niet alles te weten. Soms is het goed om ruimte te laten voor onverwachte kansen. En om te accepteren dat niet elke periode groots en meeslepend hoeft te zijn.”