Epke Zonderland

Interview

Epke Zonderland

Toen Epke Zonderland (36) zijn turncarrière beëindigde, was dat even wennen. maar het leverde ook veel op: zijn kinderen zien opgroeien, bijvoorbeeld.

Optimist “Dat ben ik van huis uit, maar moet je in topsport ook zijn. Anders kun je niet goed omgaan met de tegen­slagen die je gegarandeerd krijgt. Blessures bijvoorbeeld, ongelukjes of over­­belasting. Op mijn twaalfde liep ik al een halfjaar in een ­korset vanwege een scheurtje in mijn ruggenwervel. Doortrainen was te tricky, dus moest ik zes maanden volledig rust houden. Door de situatie te accepteren en te focussen op wat ik nog wél kon, kwam ik er goed doorheen.”
Oogkleppen “Als topsporter zet je vaak oogkleppen op om door pijn heen te trainen. Ik vond het nooit erg om mijn tanden op elkaar te zetten. Je zoekt de grens op van wat mogelijk is en dat gaat onvermijdelijk gepaard met risico’s. Door mijn studie geneeskunde was ik me bovengemiddeld bewust van mijn lichaam. Daardoor wist ik meestal wel bij welke pijn ik door kon gaan of juist gas moest terugnemen. Wanneer mensen mij vragen of topsport gezond is, zeg ik: niet echt. Tenminste, wat betreft de kans op blessures. Een ander verhaal is als je stilstaat bij wat het je brengt – leren incasseren, discipline, doorzettingsvermogen, zelfverzekerdheid én mooie momenten. Ik kijk met veel voldoening terug op mijn triple in 2012 op de Olympische Spelen in Londen en word er nog bijna dagelijks aan herinnerd.”