Speciaal voor onze lezers maakte oncologisch chirurg Onno Guicherit een uurtje vrij in zijn drukke agenda om jullie vragen over borstkanker te beantwoorden.
LINDAnieuws belde hem op en legde de meest voorkomende vragen voor.
Speciaal voor onze lezers maakte oncologisch chirurg Onno Guicherit een uurtje vrij in zijn drukke agenda om jullie vragen over borstkanker te beantwoorden.
LINDAnieuws belde hem op en legde de meest voorkomende vragen voor.
Lees ook
Sylvie Meis blikt met foto terug op borstkanker: ‘Chemo is geen grap’
1. Vanaf welke leeftijd krijgen vrouwen een borstonderzoek en hoe vaak keert zo’n onderzoek terug?
In Nederland krijgen alle vrouwen tussen de 50 en de 75 jaar gratis borstonderzoek aangeboden. Er wordt dan van beide borsten een mammografie (een röntgenfoto) gemaakt. Na de eerste controle worden de vrouwen eens in de twee jaar opgeroepen terug te komen. In bepaalde landen ligt die screeningsleeftijd lager, maar echt veel scheelt dat niet. Dat vrouwen pas vanaf hun vijftigste worden opgeroepen, heeft een goede reden. Hoe jonger iemand is, des te moeilijker een arts de mammografie kan beoordelen. Doordat het borstklierweefsel bij vrouwen onder de vijftig nog zo compact is, is er aan de hand van een foto niet altijd een goede diagnose te stellen. Bij oudere vrouwen wordt het weefsel steeds minder compact en vervangen door vet, waardoor een borst beter te beoordelen is.
2. Veel vrouwen zien er tegenop hun borsten te laten ‘pletten’ bij zo’n onderzoek. Is er geen andere manier van controle?
Zeker, bijvoorbeeld door lichamelijk onderzoek en een echo. Maar die zijn minder betrouwbaar. Bij lichamelijk onderzoek voelt de arts of er iets in je borst zit, maar borstkanker is niet altijd voelbaar. Ook een echo is niet geschikt voor uitgebreid onderzoek en wordt juist gebruikt bij duidelijke klachten op één bepaalde plek. Het is wetenschappelijk bewezen dat een mammografie de beste manier is voor screening. Qua pijn maakt het niet uit of je kleine of grote borsten hebt. Hoe vervelend het aanvoelt, hangt eerder af van de gevoeligheid van de borsten en die verschilt per persoon. Pijnlijke en gevoelige borsten zijn trouwens zelden tot nooit een alarmteken voor kanker, daar zijn sommige vrouwen nog wel eens bang voor.
3. Eén of meerdere familieleden zijn overleden aan borstkanker, wanneer is het verstandig om je te laten testen?
Het is enorm schrikken als je oma of moeder door de ziekte getroffen wordt, maar het hoeft niet per definitie erfelijk te zijn. Bij de volgende situaties binnen je familie is het verstandig alert te zijn: iemand is voor haar veertigste getroffen door borstkanker, heeft eierstokkanker voor haar vijftigste gekregen of een combinatie van borst- en eierstokkanker. Als een familielid in beide borsten een tumor heeft of een man borstkanker heeft, moet je ook alert zijn. Als één van deze situaties in je familie voorkomt, of is voorgekomen, dan heb je misschien een verhoogd risico ook ziek te worden. Maar wees niet meteen bang: borstkanker komt helaas gewoon heel veel voor. Het kan ook een paar keer in één familie voorkomen zonder dat het genetisch is. In zo’n geval is het gewoon stom toeval.
4. Wanneer kun je laten onderzoeken of je een gen-drager bent en wat houdt dat onderzoek in?
Als je een vermoeden hebt dat er een borstkanker-gen in je familie zit, kun je dat laten onderzoeken. Je huisarts maakt eerst een stamboom met alle ziektegevallen en stuurt je vervolgens door naar een klinisch genetisch centrum waar ze aan de hand van bloedtesten kunnen vaststellen of je inderdaad een gen met je meedraagt. Als dat zo is, heb je tot tachtig procent kans om borstkanker te krijgen. De vraag die sommige mensen bij zichzelf stellen is: ‘wil ik dit wel weten, of wil ik liever onbevangen door het leven gaan?’ Ik vind dat geen gekke gedachte. Je komt bij zo’n uitslag namelijk voor allemaal ingewikkelde keuzes te staan, zoals het preventief laten verwijderen van je borsten en/of eierstokken. Als je er liever voor kiest niets van een eventueel gen te willen weten, kun je, ongeacht je leeftijd, altijd met je huisarts overleggen om eerder te beginnen met borstcontroles. Ook als je je volledig gezond voelt. Er moet in je familie dan wel sprake zijn van opvallende (borst)kanker-situaties.
5. Als je eenmaal borstkanker hebt gehad, heb je dan meer kans dan andere vrouwen om het weer te krijgen?
Ja, helaas wel. Je hebt dan drie- tot viermaal verhoogde kans op kanker in de andere borst. Bij vijftien tot twintig procent van de vrouwen die zijn genezen, komt binnen twintig jaar de ziekte voor de tweede terug. Dat kan op meerdere manieren: de tumor die je hebt gehad, komt weer op dezelfde plek terug of je krijgt een tweede primaire tumor, een nieuwe vorm van borstkanker, op een andere plek. Daarnaast is er ook nog kans op uitzaaiingen van de borstkanker waar je al voor behandeld bent geweest. Zelfs na periodes van tien tot vijftien jaar gezondheid. Geen opbeurende gedachte, maar je bent dus nooit 100 procent zeker ‘vrij’. Wel is het zo dat áls de borstkanker terugkomt, dat meestal gebeurt in de eerste twee tot vijf jaar. Na vijf tot tien jaar nemen wij als arts afscheid van een patiënt, stellen die gerust, maar zeggen wel dat ze altijd mag terugkomen als ze zich zorgen maken. Of dat morgen, over een maand, of over tien jaar is, maakt in dat geval niet uit. Je hebt trouwens niet meer kans op borstkanker als je een andere vorm van kanker hebt gehad.
6. Waarom worden ex-borstkankerpatiënten niet hun hele leven lang streng in de gaten gehouden?
De periode waarin en de manier waarop een patiënt in de gaten wordt gehouden, is in (inter)nationale richtlijnen geadviseerd. Dat is vijf tot tien jaar in het ziekenhuis, met daarna levenslang, jaarlijks een foto. Naar de waarde van die duur en controle wordt nog steeds veel onderzoek gedaan. Het enige dat aan de hand van die onderzoeken is bewezen, is dat het vragen naar klachten, lichamelijk onderzoek en een mammografie waardevol zijn.
7. Waarom worden er geen bloedtesten en MRI scans gemaakt tijdens zo’n controle?
Als je geen klachten hebt, blijkt het lukraak testen doen, zoals bloedprikken een een MRI-scan, redelijk zinloos. Het is vergelijkbaar met screening bij gezonde mensen. De vraag is ook hierbij weer: wíl je wel een volledige screening? Het is een moeilijk discussie. Sommige onderzoekers zijn zelfs van mening dat je beter pas kunt behandelen als je daadwerkelijk klachten hebt. Je hebt in zulke gevallen vaak meer onbezorgde jaren en een kort ziektebed, tegenover iemand met een lang ziektebed die uiteindelijk ook overlijdt. Het is nog niet bewezen dat vroege diagnostiek altijd een winst is voor de patiënt.
8. Kun je borstkanker voorkomen?
Nee, niet echt. Er zijn bepaalde risicofactoren die je niet kunt beïnvloeden, maar die wel een oorzaak kunnen vormen voor borstkanker, zoals de leeftijd waarop je voor het eerst ongesteld werd en het aantal kinderen dat je hebt gekregen. Vrouwen die vroeg menstrueren (voor hun twaalfde), vrouwen die geen kinderen hebben gekregen en vrouwen die pas ná hun 35ste zwanger zijn geworden, hebben een verhoogde kans op borstkanker. Er zijn ook risicofactoren die je wél kunt beïnvloeden. De belangrijkste: overgewicht, roken en drinken. Zorg dus dat je gezond bent, genoeg sport en gezond eet. Dan kan je, stel dat je ooit ziek wordt, de behandelingen trouwens ook beter aan.
9. Zijn er praatgroepen waar (ex)patiënten kunnen samenkomen?
Ja, die zijn er. Bij Borstkankervereniging Nederland kunnen alle soorten patiënten terecht. Jong, oud, man, vrouw, uitbehandeld of weer beter, ze proberen alles in categorieën in te delen. Daarnaast geven verpleegkundigen in het ziekenhuis je ook vaak informatie over waar je terecht kan, soms is dat namelijk ook al in het ziekenhuis zelf.
Onno Guicherit is werkzaam als chirurg oncoloog in het MCH-Bronovo.