Hennie Descendre (42) kreeg flink wat kritiek over haar heen, toen ze bij premier Rutte binnenkwam zónder hand te geven, maar mét telefoon tegen haar oor. Maar waarom deed ze dat eigenlijk?
“Je komt niet in actie als je privé niets meemaakt, weet je”, antwoordt Hennie op de vraag waarom ze zich aansloot bij de gele hesjesbeweging. “Ik was zeven toen ik de eerste ME-lat al in m’n nek had liggen. Dan is het niet raar dat je op latere leeftijd een beetje rebels bent. Als jij in een gouden mandje geboren wordt en geen periodes van brood met suiker hebt gehad, denk ik dat je het wel best vindt allemaal.”
Onvrede over ongelijkheid
Over de ongelijkheid in de wereld kan ze zich boos maken, zo blijkt tijdens het gesprek. Het interview gaat niet alleen gaat over het bezoek aan Rutte, maar ook over haar afkomst (Hennie is een Sinti, een rondtrekkend Romavolk), haar schoolleven dat eindigde op haar dertiende (“Er is nooit een leerplichtambtenaar langs gekomen”) en de band met haar kinderen.
‘Butler!’, zei Rutte
De avond in het Torentje zag ze die ongelijkheid ook, zegt ze. “Rutte zei: ‘Butler!’ tegen de jongen die voor de drankjes moest zorgen. Als grapje natuurlijk, maar ik vond dat echt arrogantie ten top.” Ze ging in gesprek met de premier, omdat ze een statement wilde maken: wij zijn vreedzaam, maar onze ideeën zijn niet zo lief. Hoewel ze haar kinderen liever niet naar een oppas brengt, had ze voor dit bezoek wat geregeld.
Maar vlak voor het gesprek met Rutte bleek de oppas zijn fietssleutels kwijt te zijn en had ze een overstuur kind aan de lijn. Even later belt haar man om te zeggen dat alles oké is en ze onderweg naar de oppas zijn. Een gesprek van nog geen dertig seconden, maar wél precies in de tijd dat de deuren opengaan en Hennie het kantoor van de minister-president binnen wordt geleid. Een kantoor vol draaiende camera’s.