Vorige keer was het fietsgroepje van Robin, tijdens de eerste meters op de trappers in Tanzania, al tot horny badgers gedoopt.
Honderd kilometer fietsen op een dag: à la. Dat verschrikkelijke pakje dat ik erbij aan moet: prima. Die sportieve bril die stof en zon uit mijn ogen houdt: ok. Kilometer na kilometer hobbels in de weg die mijn vullingen lostrillen en mijn ruggengraat doen rinkelen: niet lekker, maar te doen. De lunch die werkelijk niet te hakken is: ik ben blij dat ik überhaupt eten heb. Het feit dat ik twee dagen op een zadel heb gefietst waarvan de voorkant te ver omhoog wees, waardoor ik snerpende pijn in mijn onderrug heb gekregen: jammer, maar helaas, zadel opnieuw afstellen en gewoon doorgaan.