Vorige keer regelde Robin een appartement in Kaapstad.
Ik doe geen oog dicht. De stewardessen zijn ronduit ongeïnteresseerd. Eentje past haast niet door het gangpad. Ik kom er voor de zoveelste keer achter dat ik te lang ben voor een vliegtuig. Zo kan ik mijn benen alleen onder de stoel voor me kwijt als ik als een aardappelzak in mijn stoel ga hangen. En het tv-schermpje is te laag, verkeerde lichtinval, waardoor ik de helft (lees de donkere scènes) van de films mis. Maar het maakt me geen drol uit. Al moet ik zo nog zes dagen doorbrengen met pijnlijke knieën en een kont waar geen gevoel meer in zit: ik ben onderweg naar Kaapstad. En de zenuwen gieren in mijn keel.