Viroen is pas zestien jaar als zijn moeder Sardha door vier herseninfarcten in één maand wordt getroffen. Ze overleeft ternauwernood, maar moet helemaal opnieuw beginnen. Wat volgt is een eindeloze periode van revalidatie en zorg.
“In het begin had ik niets met het begrip ‘mantelzorger’”, vertelt Viroen. “Een mantel klinkt knus en gezellig, maar dat dekt de lading niet. Er zou een woord moeten komen dat duidelijk maakt wat je precies doet als je intensief voor iemand in je familie zorgt.”
Na een intensieve periode van logopedie en fysiotherapie gaat het stapje voor stapje beter met Viroens moeder. Ze kan haar arm weer gebruiken en langzaam ook weer praten. Lopen lukt niet meer, dus komt ze in een rolstoel terecht.