De oude vrijster is dood, lang leve de oude vrijster

Achtergrond

De oude vrijster is dood, lang leve de oude vrijster

Journalist Carolien Spaans is geen mannenhaatster hoor, maar wil na een huwelijk en twee bijna-huwelijken álsteblieft nog heel lang alleen blijven.

HIJ:

“Ja doekzo.”
“We hebben zaterdag een etentje met die en die, en ik weet dat je haar niet trekt, maar híj is wel een van mijn beste vrienden.”
“Ooo, moest je dríé citroenen hebben?”
“Ik ga zondag padellen en daarna nog even voetbal kijken bij Gijs. Jawel, ik heb toch ook weekend?”
“Ik doe het volgens jou toch nooit goed.”
“Die gastjes vinden gamen gewoon leuker dan knutselen en wat maakt het dan uit dat ik ondertussen even ga werken?”
“Hè wat?”
“Anders kook ik volgende week wel een keertje.”
“Sorry hoor, ik doe m’n best.”

ZIJ:

“Ik heb het je al tien keer gevraagd.”
“We hebben zaterdag een etentje met die en die, en ik weet dat je hem niet trekt maar zíj is wel een van mijn beste vriendinnen.”
“Drie ja. Laat maar, ik haal die andere twee wel zelf.”
“Ik wil zondag met die en die een dagje naar Amsterdam, dus dan ben jij met de kinderen. De hele dag, ja.”
“Hoe moeilijk ís het?”
“En je gooit ze niet dat de hele middag op een scherm, ga maar een spelletje met ze doen.”
“Hallo, contact?”
“Ik kook elke avond.”
“Je kunt ook een keer gewoon wél op tijd zijn.”

Het zijn futiliteiten, aan de oppervlakte lijken het discussies van niks, ze passeren dagelijks over keukentafels, in app-conversaties en tegen hoofdkussens, door heel Nederland en ver over de grens, soms wordt het goedgemaakt met een kusje en dan zand erover, morgen weer een nieuwe dag met nieuwe ergernissen.
Ik heb duizenden van dit soort dagen gehad, vooral zijn te laat komen was een breekijzer, totdat er een dag kwam dat het helemaal stilviel. Mijn man verongelukte en ik had niks meer om over te klagen en zeuren, hij ook niet. Al hoor ik nu nog altijd Jeans stem in mijn hoofd als ik de rozijnen en noten uit de mueslizak opeet, dat vond hij irritant omdat er voor hem dan alleen nog saaie havervlokken overbleven voor in de yoghurt.
Na hem had ik nog twee keer een jaar verkering, tot huwelijks­aanzoeken aan toe. Twee keer zei ik eerst ja en toen toch maar nee. Bij nummer één omdat ik dacht dat er te veel compromissen in het vooruitzicht lagen (natuurliefhebber moet terug naar een Amsterdamse bovenwoning, kindergedoe), bij nummer twee werd het onderliggende euvel me echt duidelijk: het lag niet aan hem, ik wilde eigenlijk helemaal geen relatie meer, met hem niet en alle andere hemmen ook niet. Ik wilde niet meer samenwonen en proberen de boel samen te laten smelten, ik wilde zijn was niet doen, geen vent in mijn badkamer, ik wilde hem niet in mijn bed en ook niet in andere aspecten van mijn leven. En dus brak ik weer een hart om het mijne trouw te blijven.
Dat was geen handige conclusie als je net een paar maanden samenwoont in een nieuw dorp, met een nieuwe school voor mijn zoon en een hypotheek enzovoorts, maar een jaar na die breuk kan ik je vertellen: beste beslissing van mijn leven. Sindsdien woon ik alleen (nou ja, met kind, hond en kat). Ík neem de beslissingen over míjn leven, in míjn huis en ík bepaal hoe ik me voel. Ik hoef bij het avondeten niet de dag door te nemen, niet te onderhandelen over wat en wie en wanneer en als mijn kind in bed ligt, is de avond helemaal van mij alleen. Dat alles bij elkaar opgeteld zorgt voor een kalmte in mijn hoofd en agenda die ik nog nooit heb ervaren.